* * * – Bronisław Maj

Bronisław Maj (1953)

* * *

Een middag in augustus. Je hoort hier zelfs

het ruisen van de fonkelende Raba. We kijken naar de bergen,

mijn moeder en ik. Wat een heldere lucht:

je ziet elke zwarte spar op de Luboń 

even duidelijk, als groeide hij in onze tuin.

Een verbluffend fenomeen – verwondert mijn moeder

en mij. Ik ben vier en weet niet

wat het is om ‘vier te zijn’. Ik ben

gelukkig: ik ken de betekenis niet

van ‘zijn’ en ‘geluk’. Ik weet dat mijn moeder hetzelfde voelt

en ziet als ik. En ik weet,

ik weet het zeker, dat ook vandaag,

zoals elke avond, wij een lange wandeling

gaan maken naar het bos. Zo

dadelijk.

[ongepubliceerd]